Menu
Ik vind het moeilijk om een presentatie te houden op school, want ik stotter.
Erwin, 14 jaar, HAVO
Goede spraak is ontspannen. Stotteren is een spraakstoornis waarbij de spraakbeweging niet vloeiend verloopt waarbij klanken of lettergrepen onbedoeld verlengd worden, iemand ze herhaald of wanneer je echt moeite moet doen om die klanken uit je mond te persen (blokkades).
Als je stottert kan dat zich ook uiten in meebewegen in je gezicht of in andere lichaamsdelen, zoals veel knipperen met je ogen. Je ademhaling kan er door verstoord raken of je kunt gaan transpireren en zweten. Een mogelijk gevolg is zelfs dat je bepaalde situaties gaat vermijden of je omzeild stotteren door andere klanken te gebruiken. Uiteindelijk kan stotteren je onzeker maken en spreekangst is hier een voorbeeld van. Stotteren kan de communicatie ernstig verstoren.
Over de oorzaak van stotteren zijn in de loop der tijd verschillende theorieën beschreven. Vroeger dacht men dat stotteren vooral aangeleerd gedrag was. Tegenwoordig wordt stotteren gezien als een aanleg tot ontregeling van de spraakmotorische processen. Dit zijn ademhaling, stemgeving en articulatie. Emoties en gedachten rond het spreken, alsook omgevingsfactoren zijn hierop van invloed.
Stotteren is een spraakstoornis waarbij de spraakbeweging niet vloeiend verloopt.
Klanken of lettergrepen worden herhaald of verlengd. Soms worden ze er met veel spanning uit geperst (blokkade). Daarnaast kunnen zich begeleidende symptomen voordoen. Voorbeelden zijn: meebewegingen in het gezicht en van lichaamsdelen, verstoring van de adem, transpireren en spanning. Naast deze zichtbare en hoorbare symptomen zijn er ook verborgen symptomen.
Vermijden van situaties, bepaalde woorden of klanken omzeilen, gebrek aan zelfvertrouwen en angst om te spreken zijn hier voorbeelden van. Stotteren kan de communicatie ernstig verstoren.
Over de oorzaak van stotteren zijn in de loop der tijd verschillende theorieën beschreven. Vroeger dacht men dat stotteren vooral aangeleerd gedrag was. Tegenwoordig wordt stotteren gezien als een aanleg tot ontregeling van de spraakmotorische processen. Dit zijn ademhaling, stemgeving en articulatie. Emoties en gedachten rond het spreken, alsook omgevingsfactoren zijn hierop van invloed.
Stotteren begint meestal bij kinderen tussen de twee en zeven jaar, maar het kan zich ook op latere leeftijd, bijvoorbeeld tijdens de puberteit, ontwikkelen. Bij een grote groep kinderen gaat stotteren vanzelf over, maar bij sommige kinderen is behandeling door een logopedist of stottertherapeut nodig. Het is dan belangrijk om snel met therapie te beginnen. Dit verhoogt de kans op herstel.
Met de Screenings Lijst voor Stotteren (SLS) kan worden onderzocht of verwijzing naar een logopedist geïndiceerd is. Voor meer informatie over stotteren en voor het online invullen van deze screeningstlijst zie www.stotteren.nl
Logopedisch onderzoek en behandeling van vloeiendheidsstoornissen zijn geïndiceerd wanneer:
De logopedische therapie richt zich op: